Deel van een geheel
Ik was 6 jaar toen ik aan de hand van mijn vader van het parkeerveld naar De Kuip liep. Het is mijn jongste herinnering. Om mij heen grote mannen met zware stemmen die hard dingen riepen die ik niet begreep. Mijn vaders gelukzalige glimlach vertelde me dat het goed was. Dat zij en wij bij elkaar hoorden. Allemaal ooms van mij. Ik was een helblond en tenger meisje. Daarvan liepen er niet zoveel in die enorme optocht naar dat immense stadion. Wij kregen dus veel aandacht, bemoediging en glimlachen. In het stadion hadden we een mooie plek in het midden. Nooit zal ik vergeten hoe het voelde toen er een luik in het gras openging, daar een stroom spelers in het prachtige rood/wit/zwart uitkwam en de grote schreeuw van vreugde uit de kelen van toen nog 65.000 mensen klonk. Mijn stem voegde ik eraan toe en er was een levenslange verbinding met het collectief Rotterdam geboren. Eerder had ik geen besef van de stad, maar daar en toen begreep ik de kracht van onderdeel zijn van een geheel. Nooit verzaken Later in mijn leven begon ik me te schamen voor Rotterdam. Afgezet tegen het gemak waarmee vooral Amsterdammers door het leven leken te zwieren, voelde ik geen trots meer voor de arbeidersmentaliteit van mijn geboortestad. In het geheim bleef ik trouw aan die innerlijke houding van hard werken en niet lullen maar poetsen. Je hart eruit gebombardeerd krijgen en als reactie je schouders eronder zetten. Samen sterker zijn dan alleen en dus nooit, maar dan ook nooit verzaken als het collectief je nodig heeft. Desnoods tot je er zelf kapot aan gaat. En dus ook nooit en te nimmer voor eigen gewin gaan, maar altijd voor ‘wij’. Voor samen. Voor kameraden. Groots Het is een mentaliteit die nog altijd de manier bepaalt, waarop ik zaken doe. Die maakt dat ik me al vanaf heel jong aangetrokken voel tot het Boeddhisme, dat niemand en niets uitsluit van het collectief. Het is een mentaliteit die niet zo heel erg populair is geweest. Een beetje een losers imago had. En heeft. En daarom niet iets om trots op te zijn. Een deel van mijn tranen zijn van verdriet om mijn eigen verraad van juist die prachtige mentaliteit. Dat Feyenoord kampioen is, na zo’n lange tijd van hunkeren naar erkenning, naar winst, naar uitbetaling van al die inzet, al die trouw, al die toewijding is groots. Mijn Rotterdamse hart schreeuwt het uit van vreugde voor al mijn ooms (en tantes, neven en nichten). Van trots, van dankbaarheid dat ik deel uitmaak van die prachtige familie die Rotterdam is. Zielsgelukkig Mijn vader is altijd fan gebleven. Toen Feyenoord in financieel zwaar weer verkeerde, kocht hij aandelen om zijn club te redden en elke zondag moedigde hij hen aan. ‘Feyenoordfan ben je niet voor je lol’ gaat het gezegde en dat zag ik bij hem. Maar nooit verzaakte hij. Een paar maanden voor zijn dood zei hij nog dat met de komst van Kuyt het landskampioenschap er in zat. Hij heeft het bij leven niet meer mee kunnen maken maar als ik op hem afstem, voel ik dat hij er zielsgelukkig mee is, daar waar hij nu is.
0 Reacties
|
Archief
Februari 2019
|